Dit zijn mijn basisinstellingen bij windstil weer.
Lens
Macrolens (100 mm)
Voorkeuzeprogramma
Manual-programma: de M-stand
Bestandstype
Fotograferen in RAW voor optimaal nabewerken.
Lichtmeting
Spotmeting. De belichting op het scherpstelpunt is daardoor bepalend.
Scherpstelfunctie
Autofocus op 1 scherpstelpunt Ik laat de camera scherp stellen op het oog van de vlinder.
Sluitertijd
Niet te lang, want er is weinig licht en je fotografeert met een macrolens vanuit de losse hand. Er is dus veel bewegingsonscherpte. Stel dus bijv. in op 1/400.
Diafragma
Gewoon lekker variëren tussen 5,0 en 7,1.
Filmgevoeligheid / ISO-waarde
als je camera de mogelijkheid biedt: automatisch, anders 800 of 1000 iso.
(Toelichting: er is in de schaduw weinig licht. Fotografeer je met de diafragma-voorkeuzestand en een te lage iso, dan stuit je op een te lange sluitertijd en is alles onscherp. Door te kiezen voor Automatische iso-waarde zoekt de camera voor de beste ISO-waarde bij de sluitertijd en diafragma)
Aantal opnamen
Maak veel opnamen. Bedenk dat het lichte trillen van je handen en je hartslag resulteren in kans op onscherpte: meerdere opnames achter elkaar vergroot de kans op een goede scherpe.
Compositie
Concentreer je op een mooie rustige achtergrond en vermijd storende elementen (een onbenullig grassprietje kan je foto al verknallen). Het is een kwestie van goed door de zoeker kijken en zoeken naar de beste compositie. Een centimeter naar links of naar beneden kan voldoende zijn om je foto te maken of te breken.
Zodra het gaat waaien: schakel de autofocus om (in geval van Canon) van One Shot naar AI Servo. Anders gaat je scherpstelling de mist in. Zet bovendien de motordrive in. Maak dus meerdere beelden per seconde.