Helemaal naar Bulgarije voor een paar vlinders?
Een reis van een hele week puur gericht op het fotograferen van vlinders. Het bestaat echt. Ik geef het toe, het is een tikje vreemd. Daarom zijn er maar enkele reisorganisaties die het aanbieden, maar het bestaat echt. De eerste keer dat ik aan zoiets meedeed was in de Eifel, op de Duits-Belgische grens, vlak onder Aken. Maar dat was een paar dagen. Dit is een hele week! Een reis van Inezia Tours. We moeten helemaal naar Bulgarije. Waarom zo ver weg? Blijkbaar zijn daar de meeste mogelijkheden om veel verschillende soorten vlinders te zien. Het is er doorgaans warm en daar is nog een variatie aan gebieden die ongerept zijn zodat er veel plantensoorten zijn met elk een specifiek scala aan vlinders en andere insecten. Deze gebieden liggen overigens niet voor het oprapen; je hebt een goede gids nodig die deze weet te vinden. Het is overigens zo dat Bulgarije een groot land is en er worden grote afstanden afgelegd om bij de gebieden te geraken. Maar ben je er eenmaal, dan heb je vaak uren de tijd voor het zoeken en fotograferen van de vlinders.
Onze gids en reisleider is Paul Cools. Op het eerste oog is hij eerder een party-animal dan een natuurmens, hetgeen hij op slag rechtzet zodra de auto stopt in om het even welke berm. Hij heeft al twintig soorten vlinders, libellen en bijen gevonden en foutloos op naam gebracht vooraleer ik goed en wel ben uitgestapt. De familie van de blauwtjes bijvoorbeeld. Ze zijn piepklein en lijken spreken op elkaar. Niettemin noemt hij achteloos de namen, vaak binnen een seconde. Het is bizar.
Als voorbeeld bovenstaande vlinder. Ruim een centimeter groot. “Kijk, een vetkruidblauwtje.” “Aha. Weet je dat zeker, en zo ja, hoe kan het dat je dat zo snel weet?” “O, deze is makkelijk, want er is er geen één die zo donker is aan de onderkant van de vleugel.” Ik heb geen idee, het zal wel. Voor mij maakt het niet veel uit, want ik ben geen soortenjager. Wat voor mij telt is of ik de vlinder op een leuke manier kan fotograferen. En daarnaast is het natuurlijk zo dat vlinders fotogeniek zijn. Het is daarom een feest om vlinders te zien en te fotograferen. Daar worden de meest mensen blij van.
Bulgarije. Ik was er al eens voor een vogelreis. Ik herinner mij van het eten alleen dat ik heel, heel blij was dat ik weer thuis was. Tomaten, komkommer en kaas kreeg ik te eten. Met altijd een olijf bovenop de berg. Eén olijf. Geen twee, nee, één olijf. Elke dag. Deze keer heel anders. Er was volop keus naast de tomaten met komkommer en kaas. De lunches en het avondeten zijn uitstekend, overvloedig en ook nog eens spotgoedkoop. Een vleesspies van de barbecue, supermals, met heerlijke paprika en ui er tussen. Werkelijk perfect. Onovertroffen zelfs. Wienerschnitzel van kalfsvlees: heerlijk. Zalm ook. Zelfs forel. Alles voor maar een paar euro. En wat te zeggen van het bier: in de restaurants steevast een euro voor een halve liter. Jippie!
De bespreking van de hotels kunnen we kort houden: de kamers zijn te klein en worden gedurende het verblijf niet schoongemaakt, ook niet als je er drie nachten verblijft. De wastafel net zo groot als het fonteintje in mijn toilet. Tandenpoetsen met droge voeten is mij niet gelukt, laat staan met goed fatsoen scheren. Score: een 2. Het enige dat er goed aan is, is het paartje boerenzwaluwen dat in de hoek van ons balkonnetje nestelt.
De dorpjes die we aandoen: kraak noch smaak. Afijn, de natuur is het belangrijkste. Ik maak graag een uitzondering voor het historische dorpje Koprivshtitsa. Probeer dat maar eens goed uit te spreken. Het ademt de sfeer van een openluchtmuseum, met geplaveide straten, middeleeuwse stenen bruggen en vrolijk gekleurde huizen, doorsneden door een snelstromende beek en met een levendig centrum en er zijn terrasjes. Het is er zelfs gezellig. De oudere jeugd danst in de maat bij folkloristische livemuziek. Als je als jongen een leuke moderne meid wilt daten , dan kun je maar beter hieraan meedoen. Sorry voor de abominabele beeldkwaliteit!
De hotelkamer scoort wederom de gebruikelijke 2, mede door de schimmel in de douche. Een stoel ontbreekt in de kamer. Die had er trouwens ook niet in gepast. Het is een kamer die we met z’n tweeën delen. Het is een worsteling om onze koffers neer te zetten zonder dat we onze benen erover breken. Als haringen in een ton. Het is dat Hans en ik het goed samen kunnen vinden. Niettemin neemt hij zich vanaf nu voor om nooit meer een kamer te delen. En of dat aan mij ligt… Dieptepunt van de hotelkamer is de schuur met schapen recht onder ons raam. Het eerste effect daarvan is een enorm aantal vliegen in de kamer. Hoe die ondanks de gesloten ramen in de kamer komen is mij een raadsel. Het is bloedheet, maar de ramen opengooien is geen optie, dat zou een volgende vliegeninvasie opleveren. Het tweede effect is een constant geblaat van de schapen; hun schuur bevindt zich tussen twee gebouwen die als een klankkast fungeren. het ene schaap blaat nog luider dan het andere. O ja, er zijn ook nog begeleidende honden die waaks elke voorbijganger trakteren op een langdurig geblaf. Nee, geen feest dit hotel.
Blauwtjes: blauw, bruin of toch blauw?
Tot zover onze onderkomen. Ik zal u nu trakteren op vlinders. Da’s veel leuker! Blauwtjes zijn prachtig te fotograferen vlinders vanwege de vaak helderblauwe kleur en de mooie tekening van de vleugelonderkant. Er zijn veel soorten en die zijn alleen door experts te onderscheiden. Ze zijn erg klein en kippig als ik ben dus een extra uitdaging. Met een truc kun je echter veel succes boeken. Van onze vlinderexperts leerde ik dat je ze op specifieke plekken kunt vinden, zoals in karrensporen, in het gravel langs de weg en bij modderige plekken.
Ze zitten daar om mineralen op te likken met hun roltong. Zie je ze eenmaal voor je voeten op- en rondvliegen dan zit je gebeiteld. Ze zijn dan zelden alleen en zitten daar omdat er wat te halen is. Het is dan een kwestie van neervlijen, een zeer laag standpunt kiezen, dat wil dus zeggen: plat op de grond. Eenmaal neergestreken bij een geschikte plek kun je ze voorzichtig benaderen tot op een decimeter. Op die manier kun je met een macrolens de fijnste details laten zien, hoe klein de vlinder ook is. Zie je bijvoorbeeld dat een vlinder hoofdzakelijk bestaat uit haartjes? Ook de vleugel?
Voor blauwtjes plat op de grond dus. Zo zie ik drie kerels een half uur lang in een karrenspoor liggen, in de brandende zon (35 tot 40 graden), in een halve cirkel, met hun neuzen zowat op de grond, allen gericht op een stukje zand van nog geen halve meter. Studerend op blauwtjes die daar scharrelen, zo nu en dan opvliegend. Ik hoor ze opsommen: bremblauwtje, icarusblauwtje, dwergblauwtje, en jawel, het klein christusdoornblauwtje. De kleinste van allemaal en afgaand op hun juichkreet hoog op het wensenlijstje.
Soms heb je het geluk dat een vlinder op een opvallende plek neerstrijkt en daar lange tijd blijft. Zoals dit blauwtje dat op mijn statief zit. Ik zie er mooie reclame in voor het Novoflex-balhoofd. Eens kijken of de importeur van dit statiefmateriaal dit ook zo ziet… Kan ik misschien wat kosten terugverdienen.
Later in een beekdal zie ik een chocoladebruine vlinder met opvallende oranje vlekjes op de vleugel. Wat zou het zijn? Het moet er één zijn uit de blauwtjesfamilie. Dat zie je aan de typerende kop. Een blauwtje zul je zeggen? Het is eerder een Bruintje! Nee hoor, het is echt een Blauwtje. Het heeft de bijzondere naam Bruin blauwtje. Hoewel bruin is het toch een blauwtje. Rare vlinders, die blauwtjes!
Enkele dagen later. Een andere mooi te fotograferen blauwtje. De experts zeggen me dat dit een Bremblauwtje is. Ik schrijf het braaf op. Wie ben ik om daaraan te twijfelen? Als reactie kreeg ik later van reisleider Paul, nadat ik de foto op Facebook zette: “Dit is een Balkan bruin blauwtje, vloog daar geregeld door elkaar met bremblauwtje. Best verwarrend want ze hebben beide een zwarte brede baan op de buitenrand van de bovenvleugel. Het zou dus zo maar kunnen dat ik deze voor je heb benoemd als bremblauwtje.”
Ik: “Een Balkan bruin blauwtje? Ja, maar… Een paar dagen geleden was een bruin blauwtje nog bruin. Deze is blauw, niet bruin. Dus bruin blauwtjes zijn soms ook blauw?” Paul op zijn beurt: “Ja, enkel het Balkan bruin blauwtje is blauw. Dat maakt die soort enorm makkelijk, mits je dus de onderkant op de foto hebt “ Enorm makkelijk? Het is voor mij een onmogelijke puzzel. Telkens als ik denk dat ik het weet, blijkt het toch weer een andere soort. Gelukkig heb ik de foto’s nog!
Ik: “Ik zie in de Vlindergids dat er ook een ander opvallend kenmerk is van het Balkan bruin blauwtje: een kleine zwarte vlek op de voorvleugel. Die is duidelijk te zien op een andere foto die ik maakte. Dat is dus ook een bewijs.”
Even samenvatten: een blauwtje is blauw. Maar een bruin blauwtje is bruin, tenzij het een Balkan bruin blauwtje is; dan is ie alsnog blauw. Bent u er nog?
Overigens zijn er ook blauwtjes die oranje zijn, of rood. Zoals deze balkanvuurvlinder (hoort ook bij de blauwtjes-familie). Dan zijn Witjes toch makkelijker dan Blauwtjes. Die zijn tenminste wit. Alhoewel… Sommige witjes zijn geel. Of oranje…
Loodrecht uitlijnen van een Witje
Het Groot geaderd witje is volop aanwezig in Bulgarije en bijzonder fotogeniek. Vroeg in de ochtend zijn we in een bloemenveld. Even verderop stappen ooievaars ongestoord rond. We zien een nog slapend Groot geaderd witje op rode klaver in een mooi zachtgroen decor. Alhoewel. Er staan de nodige grassprieten storend in beeld, zowel voor als achter de vlinder. Heel voorzichtig breek ik er een paar af. De vlinder vindt het best, of slaapt simpelweg nog. Je kunt niet zien of een vlinder slaapt, want hij kan de ogen niet dicht doen. Op de foto zie je de prachtig getekende vleugelonderkant. Het lijkt wel perkament!
Mijn camera staat op statief, op dertig centimeter van de vlinder. Ik kan in de zoeker precies zien wanneer ik voldoende sprietjes heb verwijderd voor een maagdelijk decor. Nu komt het nog aan op een mooi beeld. Heel fraai vind ik een goed belicht onderwerp met een egaal zachte achtergrond. Daarvoor is een maximaal geopend diafragma nodig. Bij mijn macrolens is dat f/2,8. De extreem beperkte scherptediepte die daarmee gepaard gaat zorgt er wel voor dat de vlinder loodrecht voor de lens moet staan, anders is een groot deel van de vlinder gegarandeerd onscherp. Het vraagt om precies en voorzichtig uitlijnen van het statief. Een klus waarmee ik uiteindelijk een stief kwartiertje zoet ben. Intussen warmt de vlinder door de zon steeds verder op, zodat de kans bestaat dat hij snel gaat vertrekken. Er staat dus wel wat druk op de ketel. Om zeker te zijn dat ik met goede beelden thuis kom, maak ik ook wat foto’s met een dichtgeknepen diafragma (in dit geval f/10). Een veel grotere scherptediepte dus. En dus onvermijdelijk een minder vervaagde achtergrond. Ook zulke beelden vallen bij sommigen in de smaak, zoals bij Ineke. Ze geven namelijk meer prijs over de habitat. Zo zie je maar. Zie je trouwens dat de vleugel half doorschijnend is?
Vreemde verschijningen
In een reis als deze, wanneer je veel tijd kunt besteden in gebieden waar niet veel mensen komen en je bent op pad met echte natuurvorsers, dan kun je nog eens iets zien waar je nog nooit gehoord hebt.
Zo zien we een Wimpelstaart. Nooit van gehoord. Tot nu. Ik heb de wimpelstaart opgezocht in Wikipedia. Geen foto daar. Ik zal die van mij eens insturen.
Terwijl wij langs een berghelling rondscharrelen komt Ineke Klaver parmantig aanstappen met een trofee. Ze vond een “vlinderhaft”. Ooit van gehoord? Ik ook niet. Wat is het? Geen idee. Leuke foto. Drie pootjes mooi in het gelid. Afijn, volgende foto.
Een roofwants
Prominent zit ‘ie daar in het frisgroen. Hij is net zo oranje als een bont uitgedoste fan op Koningsdag. Hij zit daar doodstil, onverstoorbaar, zelfs als wij eromheen cirkelen. Hij schijnt zijn naam eer aan te doen. Het is een vraatzuchtig, agressief, nietsontziend roofdier! Kennelijk niet afhankelijk van een schutkleur, anders zat hij hier niet. Raar beest.
Vlinder met een probleem
Ooit eens een boze vlinder gezien? Die zien wij hier!
Als we een keer vroeg in de ochtend in een veldje zijn wijst Paul mij op een bedauwde Balkanvuurvlinder die mooi op een grasspriet zit. De vlinder is bedekt met dauwdruppels. Ik besluit het proces van het wakker worden en de opwarming te volgen in de hoop dat ik de vlinder uiteindelijk zie wegvliegen, een mooie zomerdag tegemoet.
Als de vlinder eenmaal ontwaakt zie ik dat de vlinder een probleem heeft. Een minuscuul stukje kaf van het gras zit hinderlijk aan zijn fragiele roltong geplakt. Hij probeert zich ervan te verlossen met zijn pootjes. Het lukt maar niet. Ik kan er natuurlijk niks aan doen. Ik zou een micropincet nodig hebben om het te verwijderen. Als de vlinder het al zou toelaten. En bovendien lijkt mij de roltong zo fragiel dat die onmiddellijk afbreekt. Misschien kan de vlinder er zichzelf van bevrijden? Hij probeert met zijn pootje, blijft proberen, en wordt er wanhopig van. Het drijft hem zelfs tot razernij. Niet bepaald iets dat je van een vlinder zou verwachten… Je gaat het straks zien in mijn filmopname.
Filmer met een probleem
Ik blijf filmen. De zon schijnt, het is al aardig warm. De vleugels zijn al even geopend, dus het zal niet lang meer duren voordat de vlinder wegvliegt. Het hele proces duurt intussen al zo lang dat het onvermijdelijke gebeurt: ik zie op het lcd-scherm: “geheugenkaart is vol”. De fototas met reservekaarten staat in de bus, weliswaar vlakbij, maar hij is op slot en ik heb de sleutel niet. Onze gids is een heel eind verderop, buiten bereik. Haastig verwijder ik de nodige foto’s om wat geheugenruimte te creeren. Dat kost me een paar minuten. Daarna kijk ik terug in de zoeker hoever het proces is gevorderd. Het decor is leeg, de vlinder is gevlogen… ongetwijfeld verkleefd met zijn strootje, een onzekere toekomst tegemoet.
Geen vlinders zonder bloemen
Toegift
Een toegift voor u, als u het nog niet zat bent, met nog enkele leuke vlinders en andere insecten.