Runners High

Duurloop met de halve-marathongroep van Rien van Ekeren.

Precies een week later, op 4 oktober. Na 1,5 maand hamstringblessureleed ben ik nagenoeg hersteld. Ik trek de stoute schoenen aan en loop deze zaterdagochtend mee met de groep die traint voor hun allereerste halve marathon. Zij moeten vandaag maar liefst 21 km. Het is lekker warm en droog weer, de zon schijnt. Anne Kooiman loopt met me mee. Wij samen doen trouw een warming-up, terwijl de rest van de groep dat overslaat en meteen de polder in trekt. Geeft niks, wij bouwen het van achteruit op. We halen de achterste lopers bij die kalm hun eigen tempo lopen, terwijl anderen in groepjes al een eind verderop lopen. Ik voel me energiek en besluit de oversteek te maken naar de voorsten. Het is een stevig stukje tempo, maar het gaat heel lekker. Van de hamstringblessure wonderwel geen spoor meer te bekennen. Eenmaal gearriveerd bij de voorste groep keer ik om en dribbel terug naar de achterste groep. Intussen genieten wij van prachtig weer, van het uitzicht op de molens van Kinderdijk en van koeien die lekker in de weilanden in het zonnetje liggen te herkauwen. Wat een genot!

Ik heb macht in de benen. Hoe kan dat nou, na de afgelopen blessureperiode? Geen idee, het blessurevrij kunnen lopen werkt kennelijk bevrijdend. Opnieuw waag ik de sprong naar de voorsten, deze keer met een steeds toenemend tempo, samen met Rien; het gaat knalhard. Rien ontpopt zich als een fantastische trainer: hij pendelt de hele ochtend heen-en-weer tussen alle groepjes. Sterk hoor! De te overbruggen afstand naar de voorste groep is deze keer een stuk groter. Ze zijn ver uit het zicht, ik schat het op ruim een halve kilometer.

Route 4-10-2014

Als wij hen eindelijk hebben bijgehaald, neem ik even later de tijd om op een bankje langs de Boezem bij Kinderdijk mijn hiel in te tapen vanwege een opkomende blaar (vanwege nieuwe schoenen!). Daardoor opnieuw een achterstand van honderden meters. Had ik mij maar laten terugzakken, maar – de eigenzinnigheid! – ik ga wéér aan de bak om het gat dicht te lopen. Dan komt ook aan mijn energie een eind. Na een eindeloze achtervolging sluit ik aan, op het tandvlees. Puf puf. Na 17 kilometer is uw verslaggever opgerookt en zet op karakter door.

 “Runners high”

Na een pittig dribbeltje over de loopbrug A15 zijn de goede benen toch weer terug voor een vlotte slotkilometer. Uitgeteld volbrengen we de 21 kilometer. Dit was voor mij eerder een intervaltraining dan een duurloop. Tjonge. Een fijn gevoel, na die verrekte blessure! En dan meteen 21 kilometer. Ik ben weer op de goede weg. Hulde aan mijn medelopers, waarvan de meesten nog maar kort hardlopen en toch al de halve marathon rennen! Margriet, één van de groep, is opgetogen: “het ging zo lekker, ik bleef maar gaan en kon niet kapot. Een heerlijk gevoel. Is dat nu het fenomeen “runners high”?”
Ik heb dat gevoel ook wel eens: jammer dat dat bij mij meestal maar 300 meter duurt….