Drommels, een blessure!
Het is weer eens zover: een blessure! Na een periode dat het allemaal wat minder lekker liep, was uw razende reporter goed op dreef in de warme zomermaanden. Met de week voelde ik mij sterker. Helaas, diverse series overenthousiaste versnellingen waren teveel van het goede: een opkomende gekwetste hamstring was het gevolg. Een typische sprintersblessure, en dat voor iemand die doorgaans als een stoomlocomotief op gang moet komen. Drommels! Werk aan de winkel voor fysiotherapeut Ruben Kamerbeek en zijn stagiair Evelien van FysiOost. Op 3 september is mijn eerste behandeling. De remedie is flink masseren (wat Evelien voortreffelijk doet), vaak rekken en veel wandelen. Vanuit de behandelkamer wordt mij nog nageroepen: “Pas hardlopen als je pijnvrij kunt wandelen!”
Het valt me zwaar, want er staan voor de komende twee maanden drie evenementen in mijn agenda: de 3000 meter bij de clubkampioenschappen, de 10 kilometer bij de Wim Hol Memorial en de halve marathon van Dordrecht. Na twee weken braaf urenlang wandelen in bos en polder probeer ik het weer. Een week lang gaat dat goed. Ga ik het halen?
Clubkampioenschap in het water?
Op maandag 22 september, vier dagen voor de clubkampioenschappen, gaat het opnieuw mis: Terugslag! Een duurloopje met Jolanda en Peter Buisman moet ik al na 300 meter opgeven. Pijn. Ik kan geen meter dribbelen. De volgende dag wandel ik maar weer. Op donderdag, de dag voor de wedstrijd wandel ik opnieuw. Blijven proberen, jongen, we geven de hoop nooit op! Ik moet en zal morgen meedoen! Maar ja, de loopbrug op wandelen gaat niet eens pijnloos. Ik trekkebeen mezelf de brug op. Zucht. Morgen voorzichtig aan.
Met de Nederlandse top aan de start op de 3000 meter
Vrijdag 26 september. De eerste van mijn doelen: deelname aan de 3000 meter op baan tijdens de clubkampioenschappen. De trainingsgroep van Jo Kortooms heeft hier naar toe gewerkt, dus ik wil starten. Niet dat ik enige kans maak op een ereplaats, ook niet als ik topfit ben. Er staat hier een topveld met onder ander Roy Hoornweg, Lars Gerritsen, Bart van Nunen, Ivo Bijl, Arjan Korteland, Arjan Tetteroo, Marcel van Eck en nog een heleboel anderen. De vraag is niet óf ik word gedubbeld, maar hoe vaak en door hoeveel. Het maakt me geen bal uit. Het is maar zelden dat je een baanwedstrijd kunt lopen samen met de Nederlandse top. Ik zal in ieder geval proberen niet in de weg te lopen.
Ik blijk in een andere serie te moeten lopen dan de echte top. Daar is een goede reden voor. Zie je het voor je: De toppers krijgen de bel voor de laatste ronde; Dick moet er nog vier…. Het zou voor de jury een onoverzichtelijke bende worden. Dus maar even een aparte serie.
De jonge matadoren zijn in de eerste serie aan de beurt. Er zit echte spanning op bij die gasten. De ambiance is uniek: het rechte eind is omzoomd met een pak toeschouwers. Ze klappen de handen stuk. Het is een fantastisch gezicht om Ivo, Bart, Lars en Roy hun ronden te zien hollen, als een span paradepaarden. Kijk, zo moet het! Gert-JanPotuit, een semiprofessionele sportfotograaf, maakt enkele fraaie foto’s. Hij moet daarvoor alle technieken uit de kast en uit zijn camera halen, want het is donker en die gasten lopen loeihard. Heel lastig dus. Gert-Jan slaagt erin prachtige, zowat mystieke beelden te creëren. Hij gaf mij toestemming voor plaatsing in het clubblad en op de website van Passaat, en daar zijn we blij mee, nietwaar? Maar pas op he! Er rusten copyrights op..
Kijk eens naar de tweede foto: Je ziet hier Lars Gerritsen. Hij vliegt! Zie je dat? Zo moet het dus. Nu allemaal oefenen, dan kunnen wij het over vijf jaar ook.
De atleten genieten zichtbaar van het enthousiasme van het publiek. Ze lopen maar weinig wedstrijden waar ze zo uitbundig worden toegejuicht als op deze avond in Papendrecht.
De laatste zal de gelukkigste zijn!
Gisteren nog niet in staat om te hardlopen. Vandaag toch aan de start. Zal het wel gaan. Is dit wel slim? Voorzichtig ga ik inlopen. Ik kan zowaar dribbelen, dat kon de voorbije dagen helemaal niet. Uiteraard voel ik mijn hamstring meteen opspelen. Het is beter te stoppen met warmlopen, dan kan ik in ieder geval starten en dat is al een klein wonder. Ik zal langzaamaan op gang moeten komen en zo min mogelijk aanzetten. Op hoop van zegen. Het startschot klinkt. Na drie meter lig ik al achter, zoals voorspeld. Maar kijk, het publiek is gebleven en mijn naam wordt uit vele kelen gehoord. Het lukt me om zonder pijn op gang te komen en door te lopen, rondje na rondje. Na elk ronde steek ik even een hand op naar het publiek, maar blijf geconcentreerd lopen. Ik kan zowaar ontspannen lopen, zonder al te veel last van mijn hamstring. Een droom! Een medisch wondertje! Het is genieten geblazen. Ik weet een opmerkelijk tempo van 30 seconden per 100 meter aanhouden en kan dat de hele wedstrijd volhouden. Verbluffend voor iemand die de hele week geen stap kon hardlopen. Speaker Bert Lock geeft mij elk rondje aandacht met zijn kenmerkende en aanstekelijk ironische commentaar: “Daar komt Dick Markesteijn weer aan in de zoveelste ronde. Hij schrijft beter dan dat hij loopt! Man, ga toch stukjes voor het clubblad schrijven! Het is hier vandaag ook boekenbeurs; er zit vast nog wat voor je te lezen tussen!” Weet Bert van mijn hamstring?
De laatste plaats is mijn deel. Maar ik was er bij, heb wonderbaarlijk ontspannen kunnen lopen en ben niet “kapot” gegaan, niet halverwege en ook niet aan het eind. Wat een enorme meevaller! En wat heb ik genoten van de hele atmosfeer! Geweldig gewoon. Back in business! Zal ik dit optreden moeten bezuren met een nieuwe terugslag? Het maakt me niet uit. Ik ben de laatste, maar misschien ook de gelukkigste. Op mijn gemakje loop ik voor de cooling-down een paar extra rondjes over de baan. Roy Hoornweg en Arjan Korteland lopen mee, ik tussen hen in. Zo tussen deze twee sympathieke topatleten voel ik mij een ware held en daarom zet ik nog maar eens aan…
Met een sportieve groet van Dick Markesteijn,
Uw razende reporter.